23 november 2006
Kalsbeek locatie Bredius:
Getekend, geschrapt, begroot, bezuinigd, gebouwd en verhuisd
WOERDEN – Dat de laatste loodjes het zwaarst zijn, bleek ook van
toepassing op de realisatie van de nieuwe locatie voor vmbo van het
Kalsbeek College. Zo hadden de leerlingen van locatie De Singel twee
weken langer zomervakantie dan gebruikelijk, om hun verhuizing en het
opstarten zo goed mogelijk te laten verlopen. Inmiddels zijn het oude
pand van de voormalige LTS – dat wil zeggen: het kenmerkende hoofdgebouw
– en zijn nieuwe aanbouw een kleine drie maanden in gebruik. Op
donderdag 16 november was het dan zover dat locatie Bredius officieel
kon worden geopend.
Ceremoniemeester
van deze middag is Paul Verkade. Hij stelt zich aan zijn groep
toehoorders voor als ‘sector directeur van de onderbouw van deze locatie
en lid van de bouwcommissie’. Over de nieuwe locatie vertelt hij:
“Locatie Bredius is een vmbo-locatie met 1100 leerlingen. Ongeveer 750
leerlingen komen van de oude locatie Singel en zo’n 350 leerlingen 3 en
4T komen van locatie Schilderspark. In het gerenoveerde frontgebouw zijn
de kantoren, personeelskamer, onze klantenservice (we hebben 1100
cliënten) en de mediatheek ondergebracht. Daaraan vast zijn twee
vleugels gemaakt. In de vleugel achter mij is de bovenbouw gehuisvest.
Daar treft u ook alle praktijkruimtes die horen bij een vmbo. De andere
vleugel wordt voornamelijk gebruikt door de onderbouw. Kenmerkend voor
het hele gebouw zijn kleur en licht. Uit elke beroepsrichting bovenbouw
hebben wij de leukste gezocht; instalektro, zorg en welzijn, uiterlijke
verzorging, consumptieve technieken, handel en administratie en sport,
dienstverlening en veiligheid.” Een korte diapresentatie geeft
vervolgens de mening van leerlingen weer over dit gebouw. Verkades
conclusie: “Leerlingen vinden het een mooie school, maar zijn het erover
eens dat de gezelligheid en de sfeer nog moeten groeien.”
Knarsetandend
Op zijn beurt belicht algemeen directeur Daan Zwaneveld het ontstaan
van locatie Bredius. Uit deze rede blijkt dat hij oorspronkelijk nog de
verwachting had dat het nieuwe gebouw in augustus 2001 geopend zou
kunnen worden. “Met toenmalig wethouder Anton Engering was in 1998 een
eerste beschikking overeengekomen. Het Kalsbeek College sprak haar
voorkeur uit voor een scenario dat zich richtte op een unilocatie
(voortgezet onderwijs van vmbo tot en met gymnasium op één locatie, red.)
op de groene sportweiden achter de bestaande locatie aan de Jozef
Israëlslaan.” Zwaneveld vertelt dat de gemeente dit scenario
‘knarsetandend’ aankeek, want zij had een sterke voorkeur voor twee
locaties. Begin 2001 kwam de constatering dat van een ‘campusmodel met
2500 mensen’ geen sprake kon zijn. Gekozen werd toen voor een nieuwe
locatie – de toenmalige Minkema-vestiging aan de Van Kempensingel – voor
de afdeling vmbo. De directeur bekent: “En of het nu komt omdat Pieter
(Dijkshoorn, de plaatsvervangend algemeen directeur, red.) en ik geen
Woerdenaren zijn, voor ons hoefde dat voorste gebouwdeel in eerste
instantie niet zozeer te blijven staan. Maar nu wij hier dit prachtige
bouwresultaat zien, kan ik niet anders zeggen dan dat wij samen met de
gemeente een goede keus hebben gemaakt en dat het resultaat er zijn mag.
Jaap Nieskens, onze Woerdense architect, hulde voor dit bijzonder fraaie
ontwerp in de samenvoeging van bestaand en nieuw.”
Onder het, uit een reclame geleend, motto ‘Want winnen doe je samen’
bedankt Pieter Dijkshoorn vervolgens een voor een alle betrokkenen. De
bijval blijkt groot wanneer hij zegt: “Het voorstel dat wij zó in dit
gebouw van het Minkema College zouden kunnen en de achtergelaten
inventaris en machines wel konden overnemen, is er dankzij een groep
ambtenaren en de verantwoordelijke wethouders gelukkig niet
doorgekomen.” Annet van der Woude – naast Anton Engering en Wim
Groeneweg was ook zij als wethouder bij de nieuwe locatie betrokken –
vat het gehele proces in één zin samen als: “Er is gewikt en gewogen
tussen locatie Jozef Israëlslaan of toch Bredius, getekend, geschrapt ,
begroot en bezuinigd en gebouwd…….. en ook, niet te vergeten, verhuisd
.” Naar aanleiding van haar eerdere rondleiding spreekt zij over “een
geweldige school waar bestuur, directie, lerarenkorps en leerlingen
trots op kunnen zijn en waar wij als gemeente natuurlijk ook heel blij
mee zijn.”
Nadat nog een aantal sprekers, ieder vanuit zijn eigen discipline,
locatie Bredius heeft belicht, wordt de heer Eijlers door Verkade
uitgenodigd om op het podium de openingshandeling te verrichten. De
ceremoniemeester omschrijft hem als iemand die veel voor het
beroepsonderwijs in Woerden en omstreken heeft betekend, ook nog na zijn
pensionering in 1986. “Om die reden is hij de aangewezen persoon om het
woord ‘OPEN’ te schilderen op zo’n wijze dat we Rembrandt, Van Gogh en
Brood daarin herkennen.”
Foto: Walter Planije
16 november 2006
Kasteel
Woerden (pdf)
Inloophuis ‘winnaar’ Slag om Woerden
WOERDEN – “Een gelukkig toeval”, zo noemen Jan en Anja Ruyten het dat
hun inloophuis ‘Leven met kanker’ voor de tweede keer in korte tijd in
de aandacht staat. Onlangs maakten zij bekend dat de gratis
theatervoorstelling LeefTijd op 12 december nogmaals naar Woerden komt.
In dit stuk speelt actrice Josine van Dalsum samen met haar eigen zoon
Aram van de Rest het verhaal van een moeder bij wie terminale kanker is
geconstateerd, wat ook in het echt het geval is. En vorige week
donderdagavond was het inloophuis – dat volgende maand een jaar bestaat
– het goede doel bij de tweede editie van ‘Slag om Woerden’. Dit leverde
het inloophuis een gift van vijfduizend euro op.
De ‘Slag om Woerden’ is een kennisquiz voor Woerdense ondernemingen, die
door Lionsclub Castellum Laurum georganiseerd wordt in het Woerdense
hoofdkantoor van de Rabobank. Andere sponsors waren bij deze editie
Gasterij de Milandhof, Gerritsen IJzerwaren, Lease Connection en Eniseco
Beveiliging. De ‘Slag om Woerden’ is gebaseerd op het alom bekende
Verenigingenspel, dat steeds eind januari in Zegveld wordt gespeeld door
circa zestig teams uit de gemeente Woerden. Net als bij het
Verenigingenspel waren ook bij de ‘Slag om Woerden’ de open en
meerkeuzevragen van het type ‘één gek kan meer vragen dan tien wijzen
kunnen antwoorden’. Want de negentien deelnemende teams bleken de
grootste moeite te hebben met vragen zoals ‘zoek bij tien
bestuursvoorzitters welke beloning zij krijgen’ en ‘zet de tien Friese
(!) plaatsnamen in de volgorde zoals ze bij de Alvestędetocht (lees:
Elfstedentocht) worden gereden’. Tussen het voor- en het hoofdgerecht
door streden de kandidaten hard om de eer en het beeldje ‘de Leeuw van
Woerden’. Voor de verliezer was er een knalroze poedelbeeldje, met recht
de poedelprijs genaamd. Alle anderen konden die avond in ieder geval hun
voordeel doen met de mogelijkheid
om te netwerken en aan teambuilding te doen.
Het echtpaar Jan en Anja Ruyten doet zelf niet mee aan de 80 minuten
durende kennisquiz, en heeft daardoor de tijd om over hun inloophuis
‘Leven met kanker’ te vertellen. “Het is een verrassing dat wij als goed
doel zijn uitgekozen, want we zijn pas een jaar actief met het
inloophuis. Misschien heeft het ermee te maken dat burgemeester Schmidt
in ons comité van aanbeveling zit. Als Limburgers onder elkaar hadden
wij hem hiervoor gevraagd nog voordat hij in zijn functie benoemd was.
Momenteel houden wij op woensdag- en vrijdagmorgen van half 11 tot half
1 ‘open huiskamer’ in 'Huize Zandwyk' (S.W.O.) aan de Rembrandtlaan 2.
Mensen met kanker en hun partner, familie of vrienden zijn dan van harte
welkom om deel te nemen aan de verschillende gratis activiteiten, of om
gewoon binnen te lopen. Wij zijn geen praatgroep en bieden geen
therapieën aan, maar we merken wel dat onze het gasten het fijn vinden
om met lotgenoten te zijn. Juist omdat iedereen dezelfde achtergrond
heeft, blijkt het niet nodig om voortdurend over de ziekte te praten.
Het is bij ons dan ook gezellig en ontspannend, en beslist niet zwaar op
de hand.” Dat het echtpaar goed aanvoelt waar behoefte aan is, komt
doordat zij ervaringsdeskundigen zijn. Bij Anja werd namelijk in 2004
dikke darm kanker geconstateerd. Zelf heeft het inloophuis behoefte aan
een eigen ruimte en nog meer vrijwilligers. “Met een eigen ruimte zouden
we vier ochtenden per week open kunnen zijn. Voor een huiskamer met
zithoekje hebben wij ongeveer 80 vierkante meter nodig. De hobbyruimte
kan iets kleiner, zo’n 60 vierkante meter. Daarnaast zou een klein
kamertje voor aparte gesprekken mooi zijn. ’s Middags zouden deze
ruimtes bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden als ontmoetingsplaats voor
diabetici, mantelzorgers of mensen met alzheimer. We hebben nog geen
locatie op het oog, maar zijn wel aan het rondkijken. Alles van het
inloophuis wordt gesponsord, dus het moet wel betaalbaar blijven. De
gift die wij aan het einde van de avond mogen ontvangen, is dus heel
welkom!”
Uiteindelijk bleek de ING bank de winnaar van het spel en ging de
Rabobank met de poedelprijs naar huis. Door de gift van vijfduizend euro
voelde het inloophuis zich echter de grote winnaar van deze avond.
Voor meer informatie over het inloophuis kan gekeken worden op
www.inloophuislevenmetkanker.nl.
Foto: PR
2 november 2006
Koeienmarkt (pdf) |
30 november 2006
Kasteel Woerden weer open voor publiek
WOERDEN – “Het Kasteel van Woerden weer teruggeven aan de bevolking”,
was een veelgehoorde wens van de mensen die betrokken zijn bij de
openstelling van deze monumentale vesting. Morgen, vrijdag 1 december,
wordt hiermee een start gemaakt. Dan opent namelijk Grand Kasteel
Woerden er zijn brasserie en vergaderzalen. Vervolgens kan vanaf 1
januari op deze historische locatie getrouwd worden en opent stichting
Abrona – dit is een christelijke organisatie voor dienstverlening aan
mensen met een verstandelijke beperking – er de Zaal der Kunsten.
Daarnaast heeft het Kasteel een woonfunctie gekregen; op 18 november
betrokken 28 zorgvragers van Abrona de gerealiseerde appartementen. De
feestelijke opening van het Kasteel zal half januari plaatsvinden.
Namens stichting Abrona vertelt projectleider Lotte Breunesse: “Sommige
zorgvragers wisten pas drie maanden geleden dat ze in het Kasteel zouden
gaan wonen, anderen wachtten er al anderhalf jaar op. Het merendeel komt
uit de regio, bijvoorbeeld uit Woerden, Harmelen en Utrecht. Een aantal
van hen woonde hiervoor op een andere woonlocatie van Abrona, maar er
zijn ook zorgvragers bij voor wie dit hun eerste eigen appartement is,
na altijd thuis gewoond te hebben.” Volgens Breunesse was de verhuisdag
dubbel spannend voor de bewoners: “Want die dag nam ook Sinterklaas zijn
intrek in het Kasteel, waar hij tot 5 december zal logeren. De bewoners
hebben hem al eens voor de tv zien liggen slapen.”
De exploitant van Grand Kasteel Woerden is Eurest Horeca. Dat
zorgvragers van Abrona straks gaan werken in diens brasserie noemt Lotte
Breunesse ‘een unieke combinatie’. “Op zich is het niet nieuw dat onze
zorgvragers in de horeca werken. Dat doen zij bijvoorbeeld al in ons
eigen hotel/restaurant in Oudewater. De samenwerking met Eurest Horeca –
als derde partij – is echter de eerste in zijn soort. Overigens gaat
bijna niemand die in het Kasteel woont, daar ook werken. Wonen en werken
moet je gescheiden zien te houden. Ondanks hun beperking willen ze
immers zo normaal mogelijk leven. Daarom werken zij op locaties als de
Sluis, onze brasserie in De Meern en het hotel/restaurant in Oudewater.”
Behalve in de brasserie van het Kasteel, komen er ook zorgvragers van
Abrona te werken in de Zaal der Kunsten. De projectleider licht toe:
“Hier worden diverse activiteiten aangeboden, die voor een breed publiek
toegankelijk zijn, zoals (kinder)theater, dans, exposities en poëzie. De
Zaal heeft geen winstoogmerk, waardoor de toegangsprijzen voor de
bezoekers laag zullen zijn. De verwachting is dat de Zaal der Kunsten
dagelijks gebruikt zal worden. Bij dit project wordt samengewerkt met
verschillende organisaties. De dagbesteding van de zorgvrager zal
bestaan uit horecawerkzaamheden, de zaal in orde maken voor
voorstellingen, het schoonhouden van de zaal en het bewaken van de
garderobe. Op die manier is de Zaal der Kunsten een unieke combinatie
van zorg, welzijn en cultuur.”
Kasteelmanager
Ook ‘kasteelmanager’ Arjan van Dalen, van Eurest Horeca, is
enthousiast over de nieuwe bestemming van het karakteristieke slot. “Het
is een prachtkasteel met een heel mooie uitstraling, maar het was nog
een hele klus om het ‘horeca-proof’ te krijgen. Met de verbouwing zijn
we een jaar bezig geweest. Door er een openbare horecagelegenheid in te
vestigen, kun je het Kasteel weer teruggeven aan de Woerdenaren. De
brasserie is zeven dagen per week open van acht uur ’s morgens tot ’s
nachts. Je kunt er terecht voor koffie met een krantje, lunch en diner.
Een driegangen menu – waarbij alles vers is – heb je al voor 25 euro.
Maar je kunt ook luxere gerechten bestellen. Verder hebben we in het
Kasteel acht multifunctionele zalen voor vergaderingen, recepties,
diners en bruiloften. Het zijn mooie zalen – voorzien van een
plasmascherm, geluidsinstallatie en beamer met scherm – voor zowel
kleine als grote gezelschappen.” Van Dalen vertelt dat het animo voor
trouwen op deze historische locatie ‘enorm’ is. “In 2007 zullen zeker
vijftig bruidsparen dankbaar van de mogelijkheid gebruik maken om hier
te trouwen. Deze bijzondere dag kan van A tot Z worden verzorgd. Je kunt
bij ons namelijk terecht voor zowel de trouwplechtigheid als het diner,
de receptie, het feest en een fotoreportage in en om het Kasteel. Met de
gemeente hebben wij afgesproken dat bruidsparen eerst een datum
reserveren bij het Grand Kasteel Woerden en deze vervolgens laten
vastleggen op het gemeentehuis.”
Mening peilen
De kasteelmanager laat weten de herinrichtingsplannen van Stichting
Het Kasteel, ‘van harte’ toe te juichen. Namens deze stichting vertelt
Peter Bol over de status van de plannen, die hij in het Woerdens
Nieuwsblad van 16 november uitgebreid heeft toegelicht. “Op 23 november
hebben wij overleg gehad met de gemeente. Nog steeds zijn ze positief,
maar ze zijn wel bang dat het geld gaat kosten. Wij vinden echter dat je
het breder moet trekken. Als je wilt dat het Kasteel gaat renderen,
moeten de gasten van Eurest Horeca wel kunnen parkeren. In plaats van de
geplande zestig parkeerplaatsen, zouden dat er 150 moeten worden.
Misschien heeft de stichting nog wat geld over om hieraan bij te dragen.
Maar laten we eerst onderzoeken hoeveel het gaat kosten en hoe
belangrijk de bevolking de realisatie van onze plannen vindt. De ideeën
moeten nog gaan leven bij de mensen. Ik denk dat we hun mening via een
stelling gaan peilen.” Wat de uitkomst daarvan ook wordt, Bol zegt blij
te zijn dat het Kasteel nu voor iedereen toegankelijk is. “De voormalige
huurder stelde het alleen open tijdens de Open Monumentendag. Gelukkig
blijft het Kasteel nu behouden voor de toekomst en de volgende
generatie. Dit is niet alleen te danken aan Stichting Het Kasteel, maar
zeker ook aan de Stichting Vrienden van het Kasteel, Stichting Abrona en
Eurest Horeca. Eindelijk kunnen wij als stichting weer in Het Kasteel
vergaderen en dat voelt goed!”
Tegelijk met de 28 bewoners van Abrona, heeft Sinterklaas zijn intrek
genomen in het Kasteel. De goedheiligman logeert hier tot 5 december.
Overmorgen (zaterdag 2 december) houdt Sinterklaas vanaf 14.30 uur
audiëntie in zijn tijdelijke onderkomen. Alle kinderen kunnen dan
langskomen om met hem te spreken. Maar zij kunnen ook persoonlijk een
tekening, de wedstrijdkleurplaat of hun verlanglijstje afgeven. De
kleurplaat is te printen vanaf onder genoemde website of op te halen bij
OOK (Rijnstraat 40) , bij de HEMA en bij slagerij Van Kesteren
(Kruisstraat 3). Het inleveren van de kunstwerkjes kan ook via de
brievenbus bij de ingang van het Kasteel, of per post naar het adres
Kasteel 1, 3441 BZ Woerden. En wie zijn vragen elektronisch wil posten,
kan mailen naar consulaat@sintinwoerden.nl. Sinterklaas heeft gezegd uit
te kijken naar de post en iedereen antwoord te geven.
Voor meer informatie en de wedstrijdkleurplaat kan worden gekeken op
website
www.sintinwoerden.nl.
9 november 2006
Amateur archeoloog Mart Scheer genomineerd
WOERDEN – Blijverrast was Mart Scheer (bijna 67) toen hij eind
oktober hoorde dat hij een van de vier genomineerden is voor de Grote
Prijs der Nederlandse Veldarcheologie (GPNV).
Deze prestigieuze prijs wordt komend weekend in Eindhoven uitgereikt
tijdens het congres van de Stichting voor de Nederlandse Archeologie (SNA),
ofwel de Reuvensdagen.
“Ik verwachtte de nominatie helemaal niet, want ik heb altijd gedacht
dat het een prijs was voor professionele archeologen, en ik ben amateur.
En zelfs als de wisselbeker niet alleen voor professionals zou zijn, dan
nóg ken ik amateurs die er eerder voor in aanmerking komen dan ik, omdat
ze dag en nacht met archeologie bezig zijn. Maar kennelijk heeft iemand
mij voorgedragen”, klinkt het bescheiden uit de mond van de geboren en
getogen Woerdenaar. Evengoed blijkt Scheer sinds 2001 – het jaar dat hij
als ambtenaar in de buitendienst met de vut ging – dag in dag uit met
Woerdense opgravingen bezig te zijn geweest. “ Hij lacht: “Ze zeggen dat
je door de vut meer tijd krijgt, maar ik krijg het alleen maar drukker.
Toch vond ik de opgravingen rond het Kerkplein gedurende de afgelopen
jaren een fijne tijd. Zoals de opgraving van de Romeinse boot de
‘Woerden 7’. Zoiets maak je nooit meer mee.”
Hoewel Scheer nog niet gewonnen heeft, lijkt het even alsof hij zijn
dankrede oefent; maar hij meent het oprecht wanneer hij zegt: “Ik ben
blij dat de gemeente Woerden er destijds op aangedrongen heeft dat
amateur archeologen ook bij de opgravingen betrokken zouden worden. En
dat mijn vrouw mij heeft aangespoord die kans te grijpen. Tom Hazenberg
en zijn professionele archeologen (van Hazenberg Archeologie Leiden,
red.) gaven ons – de amateurs – helemaal niet het gevoel dat wij in de
weg liepen. Integendeel! Als Woerdenaar wist ik bij de opgravingen soms
meer van de achtergronden dan zij, waardoor ze wel eens om mijn mening
vroegen. Andersom kon ik hen alles vragen en namen ze ruim de tijd om
antwoord te geven. Dat was het leuke eraan, die wisselwerking. Het
bleken erg gemotiveerde mensen te zijn, met liefde voor het vak. Dat had
ik niet verwacht. “
Liefde voor het vak is de genomineerde zelf ook niet vreemd. “Als ik
iets in de grond vind, dan probeer ik via boeken en museumbezoeken uit
te vinden wat het is. Want opgravingen doen is leuk, maar de
geschiedenis achterhalen vind ik nog leuker. Zo mochten wij als amateurs
de inhoud van beerputten, die vroeger gewoon over het land werd
verspreid, onderzoeken. Die inhoud is een mengeling van (slacht)afval,
ontlasting en scherven aardewerk. In Snel en Polanen zijn er veertig
stukken aardewerk gevonden, die uit zo’n beerput afkomstig waren. Aan
een pijpenkopje kon ik zien dat het uit de periode van na 1600 moest
zijn. Persoonlijk ben ik iets meer gespitst op de Middeleeuwen dan op de
Romeinse Tijd, dus dat was een mooie vondst.” En zoals vaak het geval is
met bevlogen personen, willen zij graag andere mensen enthousiast
krijgen. “Verleden jaar heb ik me voor het eerst met een groep
leerlingen van circa 15 jaar verdiept in de archeologie. Ik begon met
erover te vertellen, toen zijn we naar het Stadsmuseum gegaan en
vervolgens heb ik ze naar mijn zolder genomen. Hier bewaar ik
bodemvondsten van de Romeinse tijd tot de Middeleeuwen. Eigenlijk hoop
ik dat er in Woerden een echt archeologisch museum komt, waar men een
steeds wisselende collectie kan laten zien. Het huidige Stadsmuseum is
te klein om alles wat nu nog in depots ligt opgeslagen te exposeren. Ik
vind dat wat in Woerden is gevonden, zou in Woerden moeten worden
tentoongesteld. Tom Hazenberg is daar wel mee bezig, maar er is veel
geld voor nodig.”
Ook hoopt Mart Scheer – die het liefst in Woerden werkt – er als amateur
archeoloog bij gevraagd te worden wanneer er op het Defensie-eiland en
aan de Hogewal opgravingen gedaan gaan worden. “Maar het is aan de
projectontwikkelaar of hij dat wil. Sinds kort is het verplicht om
archeologisch onderzoek te laten doen voordat er gebouwd wordt. Dit kost
de projectontwikkelaar tijd en geld. Aan de andere kant: als je het niet
doet, raak je een stuk van je geschiedenis kwijt. Kijk maar eens hoe
leuk ze het hebben gedaan met de parkeergarage. Die opgravingen zorgden
toch voor veel publiciteit.”
9 november 2006
Jubilerende IVN schenkt vogelkijkscherm
WOERDEN
– ‘Een vereniging voor Natuur- en Milieueducatie die een bijdrage wil
leveren aan een duurzame samenleving, door mensen te betrekken bij
natuur, milieu en landschap’, zo staat het IVN sinds 25 jaar landelijk
bekend. Zelfs bij de viering van het zilveren jubileum wordt deze
doelstelling niet uit het oog verloren, want liever dan cadeaus te
krijgen, gaf het IVN er afgelopen zaterdag een weg. Die middag werd
namelijk officieel het vogelkijkscherm aan de Potterskade, dat een week
daarvoor was geplaatst, door wethouder Groeneweg in gebruikgenomen. Deze
wand met kijkgaten erin en voorzien van uitleg over de vogels die in de
natuurplas dobberen, is een cadeau van het IVN aan Woerdense
natuurliefhebbers. Dit gebaar werd financieel mede mogelijk gemaakt door
Stichting Nationaal Fonds voor Natuur- en Milieueducatie, ANWB, gemeente
Woerden en Van Vliet Harmelen b.v.
Arwin den Boer, coördinator van de vogelkijkgroep, vertelt: “In deze
plas zitten vogels zoals de zeldzame dodaar, de smient, slobeend,
krakeend, wintertaling, wilde eend en blauwe reiger. Het is dus heel
gevarieerd wat hier neerstrijkt. Van de eenden komen er veel uit het
noorden om hier te overwinteren. Het zijn schuwe dieren, maar met een
verrekijker zijn ze via de kijkgaten goed te zien. Vooral als ze door de
wind en stroming richting het vogelkijkscherm drijven. Dat deze
verschillende soorten vogels goed samen kunnen in één plas, komt doordat
het geen voedselconcurrenten zijn. Zo haalt de slobeend zijn voedsel uit
het water en eet de smient vier ons gras per dag van een nabijgelegen
weiland. Zij gebruiken de natuurplas om uit te rusten, ver weg van de
roofdieren.” De IVN-gids licht toe het vogelkijkscherm nog niet helemaal
af is: “Over ongeveer een maand staat er niet alleen in woorden vermeld
welke vogels er te zien zijn, maar hebben we er ook tekeningen bij.
Daarnaast willen wij nog graag dat er bewegwijzering richting het
vogelkijkscherm komt. Per auto is die locatie niet te bereiken. Te voet
ga je vanaf Veldwijk via de Potterskade naar de houten brug. Vanaf daar
is het nog een stukje lopen naar rechts, de zuidoostkant. Dit gebied is
vrij toegankelijk; er komen al veel mensen om te joggen en hun hond uit
te laten. Maar ook instanties als de Vogelwacht Utrecht komen er om eens
in de drie maanden de vogels te tellen. En het IVN houdt er regelmatig
excursies. Achter deze natuurplas komt de recreatieplas te liggen, maar
er is ons al toegezegd dat er een afscheiding komt tussen die twee.
Zodoende behouden de vogels en vogelliefhebbers hun rust.”
Foto: Walter Planije |