Speciaal zomerproject
De zes afleveringen van dit speciale zomerproject met als titel
“Op het water” verschenen in de weken 29 t/m 34 gelijktijdig in zeven
weekbladen, te weten:
Alphens Nieuwsblad, Gouds Nieuwsblad, De Lekstreek, Woerdens Nieuwsblad, Weekblad voor Waddinxveen, Bodegraafs Nieuwsblad en Weekblad Gouwe Koerier.
De gezamenlijke oplage van deze zeven titels is 185.900.
Het gezamenlijke verspreidingsgebied omvat 62 plaatsen (in alfabetische volgorde):
Aarlanderveen, Alphen aan den Rijn, Ammerstol, Barwoutswaarder, Benschop, Bergambacht, Berkenwoude, ’t Beyerse, Bilderdam, Bodegraven, Boskoop, Cabauw, Driebruggen, Gouda, Gouderak, Groot-Ammers, Haastrecht, Harmelen, Hazerswoude-dorp, Hazerswoude-Rijndijk, Hekendorp, Jaarsveld, Kamerik, Kanis, Kockengen, Koudekerk aan den Rijn, Krimpen a/d Lek, Langeraar, Langerak, Lekkerkerk, Leimuiden, Linschoten, Lopik, Lopikerkapel, Moerkapelle, Montfoort, Moordrecht, Nieuwerbrug, Nieuwkoop, Nieuwpoort, Nieuwveen, Noorden, Ouderkerk a/d IJssel, Oudewater, Polsbroek, Reeuwijk, Rietveld, Rijnsaterwoude, Schoonhoven, Stolwijk, Streefkerk, Ter Aar, Vlist, Waarder, Waddinxveen, Willige-Langerak, Woerden, Woubrugge, Zegveld, Zevenhoven, Zevenhuizen en Zwammerdam.
|
Op het water….
Deel een van zes zomerverhalen
Op hotelschip Ali-B2 moet vrijwel niets en mag bijna
alles
ALPHEN – Aan de Oudhoornseweg ligt ter hoogte van ziekenhuis Rijnland hotelschip Ali-B2 rustig te dobberen op de Rijn. Na een week te hebben gevaren van Alphen, via Nieuwpoort, Culemborg en Leerdam naar Gorinchem, is de boot vanmorgen weer aangekomen in zijn thuishaven, waar hij een eigen meerpaal heeft. Deze zaterdag is voor het klassieke hotelschip een zogenaamde wisseldag: om 10.00 uur heeft de groep gasten afscheid genomen en tegen 16.00 uur wordt een nieuw gezelschap verwacht. Schipper Gerrit Wassenburg (47), zijn levenspartner Christiane (42) en het schoonmaakbedrijf zijn in die tijd druk in de weer om alles op weer tiptop in orde te krijgen. Maar zoals het een goed gastheer betaamt, neemt Gerrit de tijd om me tussendoor te vertellen over het leven en werken op de Ali-B2. De boot waarvan hij schipper, eigenaar, reisleider en manusje van alles is.
“Alles wat met varen te maken heeft heb ik mezelf door de jaren heen aangeleerd. Het begon voor mij met vlotten bouwen op de Rijn. En mijn opa voer zijn hele leven op een klein vrachtscheepje. Je kunt dus zeggen dat ik erfelijk belast ben. Mijn opa’s boot is in de familie gebleven; mijn vader heeft het op een gegeven moment verbouwd tot vakantiescheepje voor zijn gezin. Daar heb ik dus het sturen geleerd. Hoewel ik eigenlijk van jongs af aan wilde varen, heb ik de opleidingen MAVO en MEAO gevolgd. Maar toen ik mijn MEAO diploma in handen kreeg, was een kantoorbaan ver van mijn bed. Ik werd liever matroos binnenvaart en kwam door dat werk in contact met charterschippers. Sinds 1979 heb ik in loondienst vaarvakanties georganiseerd, maar op een gegeven moment lag het voor de hand om voor mezelf te beginnen. Dat is nu achttien jaar geleden. Mijn vorige schip was door de eerdere eigenaar vernoemd naar Ali, een vrouwelijk familielid. De letter “B” die hij eraan toevoegde, komt door de uitdrukking: “Als je A zegt, moet je ook B zeggen”. Die zienswijze past wel bij mij, daarom heb ik de naam Ali B aangehouden toen ik het vaartuig van hem kocht. Vijf jaar heb ik gevaren met deze wat kleinere boot, daarna heb ik hem vervangen door mijn huidige schip. Dit heette oorspronkelijk ’t Is niet anders’, maar dat vonden we erg negatief klinken. Om de naamsbekendheid van onze eerste Ali-B voort te zetten, besloten we het nieuwe schip om te dopen tot Ali-B2. Maar voor ik verder vertel, wil je misschien eerst een rondleiding?”
Via een klein trappetje komen we bij de zes tweepersoonshutten, die met een beetje inschikken ook door drie mensen bewoond kunnen worden. “Het onderste bed van het stapelbed kan inderdaad gebruikt worden door een stelletje, of door een ouder en kind. Elke kamer heeft een eigen wasbak; handdoeken en beddengoed zijn standaard inbegrepen. In de gang zijn de twee douches en drie toiletten te vinden. Wij vinden het erg belangrijk dat alles goed werkt en schoon is. De lat komt hierbij steeds hoger te liggen. Mensen willen nu eenmaal een zorgeloze vakantie, dus ze verwachten een accommodatie die steeds luxer is. Al onze arrangementen zijn daarom volpension. En het schip is voorzien van verwarming, waardoor er ook met kouder weer prettig gevaren kan worden. Toeristen verblijven hier meestal een week, maar we hebben ook vaak bedrijven te gast. Die vergaderen hier, of doen er aan teambuilding. Zij blijven meestal een tot drie dagen.”
Teruglopend naar het midden van het schip komen we bij de salon, waar de gasten kunnen eten of anderszins samen hun tijd doorbrengen. In een wandkast is een keur aan gezelschapsspelletjes en boeken te vinden. Ook is er een barretje met zelfbediening. “En hier is dan onze keuken, die twee jaar geleden vernieuwd is. Sinds die tijd hebben we er een afwasmachine in. Corvee hoeven onze gasten niet te doen. Christiane zorgt voor de samenstelling van het menu, dat altijd erg afwisselend is. Zij let daarbij op gezonde voeding, met weinig vetten. Onze meevarende scheepskok Jan maakt alles klaar. Nee, onze gasten hebben geen inspraak op het menu, al houden we natuurlijk wel rekening met diëten. Wij hebben altijd maximaal twaalf gasten, waardoor je flexibel kunt zijn. Vanavond staat op het menu notenrijst met ragout en wortelen met courgettes. En na het toetje van chocomousse tompoes met peren vertel ik mijn gasten hoe het programma er verder uitziet. We fietsen vanavond eerst een half uurtje door Alphen, met eigen fietsen of met een van de zestien die altijd met ons meevaren. Zo kunnen de gasten alvast wennen aan onze fietsen en kunnen wij die zonodig anders afstellen. Liefhebbers kunnen daarna nog de stad in, voor bijvoorbeeld een wandeling. Morgen na het ontbijt varen we uit naar Gouda, waar we een langere fietstocht gaan maken en de omgeving zullen verkennen. Altijd hebben we uitgebreide toeristische informatie aan boord van de plaatsen waarin we aanmeren. Met onze fiets/vaararrangementen staan wij dicht bij de natuur. Het blijft een bijzondere beleving om rondgevaren te worden in het afwisselende Hollandse landschap op een klassiek schip en vanuit de havens wat cultuur op te doen. Maar wie liever een keer aan boord blijft, is daar ook vrij in. Want hier moet bijna niets en mag bijna alles. De Ali-B2 vaart met alle soorten weer. Wij blijven dan op de binnenwateren zoals meren, rivieren en kanalen en komen zelden op het IJsselmeer en de Waddenzee, waar het bij slecht weer nogal kan spoken. Destijds zijn we begonnen met één vaarroute, maar inmiddels zijn dat er zes geworden. Zo hebben we ook een arrangement dat leidt door vijf provincies, van Alphen naar het Friese Bartlehiem.”
De schipper vertelt dat zijn vaartuig, met de maten 31,50 bij 5,40 meter, oorspronkelijk een vrachtschip was met een open laadruimte. Het had 65 jaar lang zand en grind verscheept, toen Gerrit het in 1991 kocht en liet verbouwen. “De stuurhut is daarentegen nog in oorspronkelijke staat, want dat is toch mijn liefde. Wij wilden alles zo origineel mogelijk houden, maar voor het comfort van onze gasten moet je wel eens concessies doen. “ Hij vertelt hoe zijn Christiane, moeder van hun twee dochters van 10 en 7 jaar, aan boord is gekomen als een van de eerste Duitse gasten. “Kennelijk vond ze het reisaanbod en mij erg leuk. Oorspronkelijk komt ze uit Postdam, maar al snel is ze naar Nederland verhuisd en hier aan boord gekomen. Ik ben blij dat wij samen zo’n goed team zijn. Onze eerste jaren waren echte tropenjaren met veel pionieren, al is het huidige seizoen ook altijd een marathon. Toen we nog geen kinderen hadden woonden we hier aan boord, maar in december 1996 hebben we een huisje aan de wal gekocht. Als het weer goed is, fiets ik ’s avonds twee keer per week vanuit Delft of Leerdam naar huis om daar te overnachten. Op die manier zie ik mijn dochters tussendoor nog even. Dat uitstapje maak ik graag, maar fietsen is dan ook mijn hobby. Voor ons nieuwe midweek vaar/fietsarrangement Rivierenland Holland, dat in september van start gaat, heb ik zelf langs alle wegen gefietst om de route uit te stippelen. Ik vind dat belangrijk, want waarom zou je langs een drukke snelweg fietsen, als je even verderop een mooi toeristisch paadje hebt? Op die tochten gaan we ’s morgens eerst drie à vier uur varen en daarna met een gids van de VVV zo’n 35 kilometer fietsen. Maar onze gasten mogen ook zelf op pad met een fietskaart van de omgeving. Iets heel anders is ons tweede nieuwe midweek creatieve arrangement, genaamd Spelevaren. Hierbij leggen we ’s morgens tijdens het varen het Noord-Hollandse landschap vast in schilderijen, tekeningen, boetseerwerk en geschreven verhalen. ’s Middags hebben we dan een walprogramma. Ik kwam op dit idee omdat ik tijdens het varen zo gefascineerd word door de natuur. De boot ligt namelijk hoog op het water, waardoor je een prachtig uitzicht hebt. Inmiddels hebben we al vier inschrijvingen voor de week van 23 t/m 27 augustus, waarin we dit arrangement hebben. Inschrijven voor de twee nieuwe midweekarrangementen kan echter nog steeds.” De schipper besluit zijn verhaal met de constatering: “Ja, dit werk houdt me jong. Ik vind het dan ook heerlijk om het de mensen naar de zin te maken met iets wat ik zelf graag doe!”
Voor meer informatie over hotelschip Ali-B2 kunt u bellen met 06-54673681 of kijken op website
www.ali-b2.nl
Foto: Walter Planije
|
Op het water ….
Deel twee van zes zomerverhalen
WSC Reeuwijk: grootste windsurfclub van Nederland
REEUWIJK – Onder het uiten van veel welgemeende verontschuldigingen komt Marnix Rijpers, voorzitter van Wind Surf Club Reeuwijk aan de Reeuwijkse Hout, ruim te laat op onze afspraak. Met zelfkennis en gevoel voor humor legt hij uit: “Windsurfers staan er nu eenmaal om bekend dat er geen afspraak mee te maken is. Zogauw als de windkracht boven 6 Beaufort uitkomt, laten ze alles in de steek om te kunnen surfen. Hierdoor is al menig baas en relatie boos geworden. Maar ja, vandaag is het slechts 1 of 2 Beaufort, dus daar gaat mijn excuus!”
Zelf woont hij in Rotterdam, maar volgens hem woont 80% van de leden in de regio Reeuwijk, Gouda, Bodegraven. “Rotterdam klinkt misschien ver weg, maar ik rijd die 29 kilometer in een klein half uurtje. Waar ik woon is het in de buurt niet mogelijk om serieus te windsurfen, daarom ben ik hier verzeild geraakt. Deze windsurfclub is opgericht in 1975; om precies te zijn tien dagen voor mijn geboorte. Het is met zijn bijna dertig jaar een van de oudste windsurfclubs van Nederland. Tijdens de hype die het windsurfen eens was, is de club monsterachtig groot geweest. We hadden toen meer dan 500 leden. Nu zal dat ongeveer 250 leden zijn, waarmee we nog steeds de grootste van Nederland zijn. Maar dan is niets om bijzonder trots op te zijn, want windsurfen is een erg individuele sport zonder een echt verenigingsgevoel. Al moeten leden hier wel bardienst draaien. Sommigen proberen daar wel eens onderuit te komen. Die zeggen dan: ‘Het waait zo hard dat ik niet heb gesurft, dus hoef ik ook niet achter de bar te staan’. Maar zo is dat nu eenmaal in de statuten bepaald.”
Wèl trots is de voorzitter op Luciënne Ernst. “Zij was een aantal jaren geleden wereldkampioene windsurfen bij de dames en door haar landelijke en internationale sportieve prestaties hebben wij haar erelid gemaakt. Verder hebben wij veel jonge leden, maar ook volwassenen die hier al sinds de beginperiode komen. Globaal gezegd ligt de leeftijd van onze leden tussen de 8 en 80 jaar. Er is zelfs een man bij van boven de tachtig, die nog altijd graag surft met redelijk harde wind en een koude temperatuur. Hij maakt deel uit van de harde kern van zo’n 70 tot 80 personen. Dit is een enthousiaste club mensen die veel van de grond heeft gekregen voor onze besloten vereniging. Zo is deze plas, die de dubbele naam Broekvelden Vettenbroek heeft, exclusief voor windsurfers. De plas is ontstaan toen er extra zand nodig was voor de ophoging van snelweg A12. Ons grote ‘sellingpoint’ is dat mensen hier hun surfboard in een kluisje kunnen stallen. Die hoeft dus niet steeds mee op de auto. Bij de bouw van ons clubhuis werden namelijk direct kluisjes ingebouwd van vijf meter diep. Deze lopen onder het hele pand door. De lengte van vijf meter was nodig voor de eendelige masten die er toen volop waren. Tegenwoordig zijn de masten vaak tweedelig. Zo’n kluisje is 70 centimeter breed, zodat een standaard surfplank erin past. Echter, sinds de opkomst van het nieuwe Formulaboard, hebben we de achterkant van de kluizen moeten verbreden. Dit speciale board heeft een groot zeil van zo’n negen tot tien vierkante meter en een korte, maar brede plank. Deze is 100 tot 110 centimeter in plaats van de gebruikelijke 70. Vandaar dat een verbreding van de kluisjes nodig was. Het board is geschikt voor internationale surfklassen vanaf windkracht 3. Met weinig wind kom je hiermee al snel ‘in plané, oftewel aan het zeilen. Het is daardoor een heel toegankelijke discipline. Voor wedstrijden en recreatie is het echt fantastisch!”
Ons gesprek vindt plaats in het clubhuis, op steenworp afstand van de plas. Het is in stijl ingericht met een grote parasol, grote planten, rieten stoelen, twee groene bankstellen, vlaggen aan het plafond en surfplanken aan de wand. Rijpers vertelt hierover: “Ons eerste clubhuis was een keet van de firma Boskalis, die destijds het zand afgroef ten behoeve van de A12. Vanaf onze beginjaren hebben de leden Jacques Versteegen en Koen Rutjes zich voortdurend sterk gemaakt voor onze club. Zij hebben de vereniging een enorme ‘boost’ gegeven en haar een eigen gezicht gegeven. Ik kan gerust zeggen dat deze heren toen vele malen harder hebben gelopen dan ik, als voorzitter, nu. Het resultaat was dat in december 1983 de eerste paal kon worden geslagen van ons huidige clubgebouw. We hebben het laten ontwerpen door een architect. Kijk, op deze foto is goed het bijzondere design van het dak te zien. Het stelt heel toepasselijk driehoekige windsurfzeilen voor. Bouwbedrijf Vergeer Reeuwijk heeft het gebouw grofweg neergezet, maar de verdere invulling is gedaan door de leden. Het clubhuis voldoet aan de wettelijke regelgeving. Sinds de brand in Volendam is er namelijk flink in de buidel getast om aan de veiligheidseisen te voldoen. Daarnaast is het gebouw voorzien van kleedkamers en douches. Je hoeft je dus niet meer bibberend van de kou achter je auto om te kleden. Op woensdag hebben we hier altijd onze clubavond. De jongere leden dringen nog steeds aan op een snookertafel en speelkasten, maar daar gaat het bestuur niet in mee. Wij willen niet afwijken van onze hoofdtaak: het windsurfen. We zijn nu eenmaal geen jeugdhonk of café.”

Rijpers is nu voor het derde jaar voorzitter. “Het voorzitterschap is een baantje voor erbij, maar het kost achter de schermen wel aardig wat tijd. Met een team van zes man behartigen wij de dagelijkse gang van zaken. Een van de eerste wijzigingen die dit bestuur heeft doorgevoerd is het vervangen van de aluminium reddingsboten voor rubberboten. De aluminium boten waren namelijk te hard. Als je er een zeil op binnenhaalde, kon dit gemakkelijk scheuren. Een tiental leden is gemachtigd om met deze rubberboten te varen. Zij hebben hiervoor eerst een cursus vaarbewijs voor reddingen moeten volgen. Dit is zogezegd onze vrijwillige reddingsbrigade. Zo zit er bij slecht weer altijd iemand op het balkon op de uitkijk of er mensen in nood raken. Wij hebben nu twee rubberboten in ons bezit plus de beschikking over een grotere en sterkere boot van de provincie Zuid-Holland.” Na dit verhaal te hebben aangehoord, komt de gedachte op dat je toch zeker niet gaat surfen bij zwaar weer? Maar Rijpers’ ogen stralen als hij uitroept: “Absoluut wel! Juist bij najaarsstormen is het hier een drukte van jewelste op de plas. En dat kan ook wel, want binnenwater is relatief veilig. Je bent hier geborgen en de randen van de plas zijn altijd binnen zwembereik. Daarbij is je surfplank een drijvend object, waarop je liggend naar de kant kunt peddelen. En een windwaarschuwing, zoals op die woensdag in juni, maakt het interessant voor de echte windsurfers. Het gevoel dat je de omstandigheden en de elementen bedwingt. Je moet het met je armen doen en dat geeft een enorm fysiek snelheidsaspect!”
Naar eigen zeggen surft hij al vanaf het moment dat hij kan lopen. “Mijn vader was een enthousiasteling uit de tijd van de hype. Op vakantie in Frankrijk gingen we samen surfen, waarbij ik dan tussen zijn benen stond. Mijn moeder wist wel dat ik het goed leerde van mijn vader, maar natuurlijk was zij wel een beetje bezorgd om me. Op de club heb je nu ook ‘druifjes’ van zes jaar. Je ziet ze in eerste instantie wat huiverig op de plank stappen, maar algauw hebben ze vreselijke lol. Wij hebben voor hun beginnersplanken van het merk Fanatic, waarmee je heel snel surfen leert. Ook leren we ze alles over veiligheid en zelfredzaamheid. Als club vinden wij dat de jeugd de toekomst heeft, dus daar besteden we graag tijd aan. Wat we hun, en volwassenen, echter niet leren is het kitesurfen met een vlieger. Vanwege de vele lijnen waarin je verstrikt kunt raken en de kleine plank die weinig drijfvermogen heeft, is hier veel meer kracht en vaardigheid voor nodig. Als mensen kitesurfen willen leren, dan verwijzen we ze naar professionals aan de zee om daar een gedegen cursus te volgen. Want zonder een goede voorbereiding zou je zelfs mensen letterlijk kunnen onthoofden met al die lijnen die aan de vlieger vastzitten.”
Voor meer informatie over de Wind Surf Club Reeuwijk zie de websites www.surflessen.tk
en www.wscr.nl.
Foto: Walter Planije
|
Op het water ….
Deel drie van zes zomerverhalen
Utrechters vinden gat in de markt aan de Oude Rijn
HARMELEN – ‘Bij geen gehoor “Ahoy” roepen’, luidt de tekst op de deur aan het einde van de gang. Er is geen twijfel mogelijk: we zijn hier, op Dorpsstraat 22 in Harmelen, aankomen bij het nieuwe bedrijf Oudenrijn, dat gespecialiseerd is in verhuur en verkoop van boten en sloepen. De gang die leidt naar de werkplaats annex showroom is nu nog kaal, “maar als in de winter het vaarseizoen voorbij is, gaan we het pand helemaal in stijl opknappen”, vertelt Sylvain van Brummelen (34). De koninklijk blauwe klantenbalie, in de vorm van een voorsteven en met het gouden opschrift ‘Oudenrijn Sloep’, is daarvan een voorbode.
Samen met tennisvriend en zakenpartner Ruud Nijenhuis (45) is Sylvain rond Koninginnedag van dit jaar begonnen met de verhuur en verkoop van kleine vaartuigen. “Dit schijnt een unieke combinatie te zijn en een gat in de markt, zo vond ook de Kamer van Koophandel. Met ons ondernemersplan en de presentatie ervan hebben we zelfs de tweede prijs gewonnen bij de zogenaamde ‘Utrechtse Start 2004’. Onze argumentatie was dat als mensen enthousiast zijn na het huren van een sloep, ze er bij ons een kunnen kopen. Huren is dan een goede test om te zien of het daadwerkelijk iets voor je zou zijn. Ons sterke punt is de prijs/kwaliteit verhouding van de boten. Een nieuwe sloep is hier te koop voor minder dan vijftienduizend euro, wat in deze branche een heel net bedrag is. Maar de bedoeling is ook om aan het einde van het vaarseizoen huursloepen aan te bieden als tweedehands.”
Voorheen zat in dit pand aan de Dorpsstraat, dat de compagnons voor minimaal drie jaar hebben gehuurd, timmerbedrijf Van Vlisteren. Sylvain en Ruud zagen het te huurstaande pand, heel treffend, tijdens een kanotocht van Utrecht naar Woerden. “We waren aan het varen over de Oude Rijn toen de gedachte bij ons opkwam dat er in de regio van Harmelen nog geen bedrijf was dat zich bezighield met botenverhuur. Aangezien Ruud vijftien jaar ondernemer is, wij allebei van watersport houden én samen de sportopleiding CIOS hebben gevolgd, besloten we toen dit bedrijf op te zetten. Qua werktijden wisselen we elkaar af: op de dagen dat Ruud hier is, ben ik bezig als tennisleraar en als ik hier ben, is Ruud werkzaam op het tennispark Rijnsweerd in Utrecht, dat hij heeft opgebouwd. Allebei zijn we Utrechtenaren; Ruud zelfs geboren en getogen. Zelf kom ik uit Gemert, Noord-Brabant. Ik ben destijds naar Utrecht verhuisd om er tennisles te geven en inmiddels helemaal in de ban van die mooie stad met zijn grachten. Daarom hebben we speciaal voor het varen op deze waterwegen door een bevriende ingenieur een nieuw model spitsgatsloep laten ontwerpen, genaamd Oudenrijnsloep 580. Je moet weten dat de meeste sloepen 5,20 meter lang zijn, of langer dan 6,50 meter. Ons nieuwe model zit daar met 5,80 meter tussenin, waardoor hij beter manoeuvreerbaar is. Met name voor een leek dus heel vaarvriendelijk. Een bijkomend voordeel is dat er geen vaarbewijs voor nodig is, dus iedereen kan ermee overweg.” Sylvain vertelt hoe de ingenieur, die jarenlang in Turkije heeft gewerkt, voor hun contacten heeft gelegd met een botenfabrikant aldaar. “De boten laten we casco maken, het aftimmeren en het installeren van de elektromotor – eventueel een dieselmotor voor de verkoop – gebeurt dan in Nederland. Dit laten we ons een keer voordoen, en daarna doen we het zelf. Dat is geen probleem, want behalve dat we allebei een opleiding tot houtbewerker hebben gevolgd, heeft Ruud ook de MTS doorlopen. Onze opzet is om in het bedrijf zoveel mogelijk zelf te doen. Dat is leuk voor ons en goedkoper voor klanten die een boot willen kopen, omdat het over minder schijven gaat.” Aan de uitgeknipte advertenties te zien die aan de muur hangen, heeft de verhuur van de sloepen wat vertraging opgelopen. Achtereenvolgens wordt er namelijk melding gemaakt van de startdata 1 juni, 30 juni en 12 juli. “We hebben inderdaad pech gehad met het nieuwe ontwerp. We dachten een goed plan te hebben, maar uiteindelijk bleek de balans van de sloep niet goed te zijn. Inmiddels waren er in Turkije al een mal en een contramal gemaakt, dus dat proces moest helemaal overnieuw. Ik ben er zelfs voor teruggeweest naar Turkije. Maar volgens de uiteindelijke planning kwamen de drie sloepen hier op 15 juli via Duitsland per vrachtwagen aan. Dat bleek de snelste manier te zijn. Wij zijn erg trots op ons eigen ontwerp, dat we vanaf ‘nul’ hebben opgebouwd. Speciaal eraan is dat de boot twaalf kamers heeft waardoor hij praktisch onzinkbaar is. Mocht een kamer onverhoopt lek raken, dan heb je er nog elf over waarmee je kunt thuiskomen. Vanwege onze ligplaats aan de Oude Rijn en de lengte van deze nieuwe sloepen hebben we dit type dus de Oudenrijn 580 gedoopt. Hij is uitgerust met een elektromotor die vergelijkbaar is met 11 pk dieselkracht. De boten zijn met een begrenzer afgesteld op een maximale snelheid van zes kilometer per uur, ideaal dus voor een pleziertocht. Nee, sneller hoeft van ons niet, dat zou niet passen binnen de doelstelling van ons bedrijf. Onze elektroboten glijden liever stilletjes door het water.” De startende ondernemer vertelt vol trots dat de Oudenrijn 580 plaats biedt aan acht personen en dat een volle accu goed is voor vijftien uur vaarplezier. Een ‘waterkaart’ die aan de muur hangt laat routes zien die je kunt varen langs Woerden, Bodegraven, Alphen, Gouda en Oudewater of naar de Reeuwijkse en Nieuwkoopse Plassen. “De elektroboten zijn voorzien van een goed slot, zodat je tussendoor gerust aan wal kunt gaan.” Behalve deze zogenaamde fluisterboten heeft de firma Oudenrijn vijf Canadese kano’s, die plaats bieden aan drie of vier personen, en vier vissers- ofwel roeiboten. Sylvain vertelt dat Harmelen niet per se altijd het startpunt is van een vaartocht. “Zo hebben we laatst onze trailer met kano’s naar Woerden gebracht, waarna een groep kinderen er onder begeleiding mee naar Harmelen is gevaren. Overigens hebben wij voor jonge kinderen op verzoek ook zwemvesten. Dat zien wij als een stukje service.” Een snelle blik leert dat de kano’s elk voorzien zijn van een naam. “Dat zijn de namen van vrienden en familie, die ons hebben geholpen om de hal op tijd klaar te krijgen. Zo moest er voldoende stroom komen én extra leidingen voor de oplaadpunten van de elektroboten. En dankzij deze drijvende vlonder die ze voor ons hebben gemaakt, hebben de mensen een stabielere instap. Ja, als eenmaal het mooie weer doorzet verwachten wij veel boten op het water te hebben. Het jaagpad dat achter ons pand langs loopt maakt namelijk deel uit van diverse ANWB wandel- en fietsroutes. Maar behalve dat varen leuk is voor particulieren, kan het ook een verrassend idee zijn voor bijvoorbeeld een bedrijfsuitje. Liefhebbers van een compleet dagje op het water, kunnen bij het reserveren van een boot zelfs een gevulde picknickmand mee bestellen.”
Hoewel de ondernemers nog volop in het zomerseizoen zitten, kan Sylvain niet wachten tot deze winter de showroom af komt. “Daar komt straks een ‘heel grote jongen’ te staan, namelijk een sloep met de maten 7,50 bij 2,40 meter. Wij gaan hem helemaal aftimmeren met mahonie en teakhout. Daarbij wordt hij voorzien van een buiskap. Degene die hem uiteindelijk koopt, mag zelf bepalen of er een elektro- of een dieselmotor in komt. Aangezien de motorkap goed geïsoleerd is, zal je ook een dieselmotor bijna niet horen. We hebben al bedacht dat de allereerste koper van een boot het eerste seizoen gratis stalling en onderhoud krijgt. Bij de polyester boten moet je hierbij denken aan onder andere het schoonmaken van de romp, het checken van de besturingssystemen, en het controleren, prepareren en vullen van de accu’s. De stalen roeiboten krijgen daarnaast van ons een nieuwe laklaag tegen de roest. Maar behalve voor de winter, liggen ook voor het volgende zomerseizoen de plannen al klaar. Het idee is namelijk om dan arrangementen aan te bieden in samenwerking met regionale hotels die aan het water liggen. Zo kunnen mensen gemakkelijk eens een heel weekend het Groene Hart doorvaren met een van onze boten.”
Voor meer informatie over de firma Oudenrijn kunt u bellen met 0348 – 444488, e-mailen naar
oudenrijn@botenensloepen.nl
of kijken op website www.botenensloepen.nl
Foto: Walter Planije
|
Op het water ….
Deel vier van zes zomerverhalen
Verliefd op jachthaven van WV De Gouwe
BOSKOOP – Van Boskoop wordt wel gezegd dat het dorp meer water heeft dan wegen en meer bruggen dan Venetië. En vooral ’s zomers moet het er goed toeven zijn. Theo Kölker (58) en Henk de Zoete (62) kunnen daar als respectievelijk voorzitter en secretaris van Watersportvereniging de Gouwe over meepraten. Zij weten uit ervaring hoe idyllisch een dagje op het water kan zijn. Kölker vertelt: “Hoogzomers vertrekken mijn vrouw en ik graag met de sloep om halftien ’s morgens en komen we pas om twaalf uur ’s nachts weer thuis. In die tijd vermaken we ons met de visserij, een barbecue aan boord en een wijntje erbij.” Zijn medebestuurslid De Zoete heeft een boot van 2,40 meter hoog, waarmee hij richting het Brasemmermeer moeiteloos onder zes van de tien bruggen doorvaart. “Mijn vrouw en ik overnachten wel eens op de plassen en nog steeds word ik lyrisch als ik dan de zonsondergang en zonsopkomst zie. En natuurlijk de waterkippen.”
Officieel zijn ze ‘import Boskopers’, maar Kölker en De Zoete zouden hier na al die jaren niet meer weg willen. In het clubgebouw van de vorig jaar gerenoveerde jachthaven, aan de Berkenweg 110, vertellen de heren dat het vele water in de omgeving en de watersportvereniging hen hier bindt. Of zoals de voorzitter zegt: “Ik vaar nu acht jaar en het is echt verslavend.” Kölker is op dit moment vier jaar voorzitter, De Zoete vier maanden secretaris “van deze bloeiende vereniging.” Elkaar aanvullend vertellen ze over het ontstaan van hun watersportvereniging. “Ver voor onze tijd was er slechts voor vijf à zes boten een veilige ligplaats tussen de Otwegweteringbrug en de Gouwe. Toen er meer boten wilden aanmeren, vond Rijkswaterstaat dit onjuist en zodoende kregen de eigenaren het verzoek te vertrekken. Zij besloten zich toen te verenigen en als officiële instelling gesprekken aan te gaan met gemeente Boskoop om een nieuwe ligplaats te krijgen aan de andere kant van de Otwegweteringbrug. Dat is toen gelukt. Bij de oprichting van Watersportvereniging de Gouwe op 1 januari 1973 waren er zo’n achttien leden, daarna is het ledenaantal snel gegroeid. Na twee tot drie jaar telden we 50 leden en dit jaar zijn dat er alweer 200. Sinds de renovatie van de jachthaven in 2003 hebben we 75 ligplaatsen. Dat is natuurlijk niet genoeg, maar niet alle leden hebben zelf een boot. Sommigen zijn samen met hun partner lid, of blijven lid nadat ze hun boot hebben verkocht, gewoon voor de leukigheid. En dan hebben we nog onze hellingleden, die gebruik maken van een kleine trailerhelling. De 75 ligplaatsen zijn verdeeld over de loswal, het tussengebied en de binnenhaven. Doordat er weinig verloop is in het ledenbestand – een aantal leden is al bij de vereniging vanaf de oprichting – hebben we een wachtlijst van jaren. Toch willen we de jachthaven niet verder uitbreiden. Nu is het er nog knus en gezellig. Grootschaliger worden geeft overlast en dat is wel het laatste wat wij hier willen. Mensen die graag varen, houden nu eenmaal vaak van de rust.”
Een ander kenmerk van vaarliefhebbers is volgens de bestuursleden dat zij gewend zijn om met hun handen te werken. “Van plan tot oplevering besloeg de renovatie zo’n twee jaar, maar als we het puur over de uitvoering hebben was dat maar acht maanden. Dat kwam door beroepsaannemers de jachthaven hebben verbouwd met veel hulp van onze leden. Zo hebben we in ons ledenbestand een timmerman en architect die mee hebben gewerkt. Maar ook de huisarts was hier aan het straten. Op het water vallen alle rangen en standen weg. Ja, we zijn er echt trots op wat er hier gebeurd is in de afgelopen dertig jaar. Als je ziet wat er met weinig middelen en vele uren allemaal is bereikt door de vrijwilligers. Het plan is nu om elk jaar verbeteringen aan te brengen: in de binnenhaven zijn al vijf steigers vernieuwd en verder willen we elk jaar twee of drie steigers aanpakken. Als bestuur vinden wij het belangrijker om de kwaliteit van de faciliteiten omhoog te brengen, dan om verder uit te breiden. Zo stamt ons clubhuis nog uit 1988, maar een lid is inmiddels bereid gevonden om een programma van eisen op te stellen, zodat we de ook faciliteiten van het verenigingsgebouw kunnen verbeteren. Behalve onze leden, komen hier ook veel passanten voor een of twee dagen. Al langere tijd hebben we hier een nette douche en goede wasgelegenheid. Daarnaast is er elektra, een cai-aansluiting en sinds twee weken een informatiebord. Hierop staan ook de plaatselijke bezienswaardigheden op vermeld, zoals het rosarium en de kwekerijen. Deze passanten hebben dan vaak een vouwfiets bij zich, waarop ze de omgeving verkennen. Het valt ons op dat je de passanten steeds vaker terug ziet komen. In het zomerseizoen kunnen we hen makkelijk herbergen, omdat dan veel van onze leden zelf vier of vijf weken weg zijn met de boot. Ook de passanten zorgen niet voor overlast en herrie; zij komen hier duidelijk voor hun rust.”
De Zoete vertelt dat in de jachthaven meestal twee of drie zeilboten of sloepen liggen, de rest zijn motorboten. “De prijs van sloepen is op dit moment heel hoog, omdat er zoveel vraag naar is. Ik weet nog wel dat er eerst maar twee merken waren, maar nu is het aanbod enorm. Zelf ga ik altijd graag naar de Hiswa in augustus (een grote beurs voor watersporters, red.), maar dan is het natuurlijk meer ‘kijken dan kopen’. De prijzen rijzen er namelijk de pan uit. Wel is het leuk om te zien wat de nieuwe ontwikkelingen zijn op het gebied van techniek, instrumenten, sanitaire voorzieningen, de kitchenette en huishoudelijke apparatuur. Ik ben destijds geboren aan de rand van Scheveningen en Den Haag, waar ik het heel leuk vond om naar de vlaggetjesdag te gaan en mee te varen. Ook onze drie zonen raakten geïnteresseerd in de watersport en voor ik het wist stond ik opeens een zeilboot te schuren. Na verloop van tijd ben ik overstapt van zeilboten naar een motorjacht. Dat zie je vaker: als mensen ouder worden kiezen ze graag voor het extra comfort dat een motorjacht biedt. Ik heb altijd veel gevaren met mijn gezin, maar nu mijn zonen zelf kinderen hebben, gaan ze liever een dagje naar een pretpark. Maar als de kleinkinderen wel een keer meegaan, dan moeten ze van mij verplicht een zwemvest aan. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn!” Hetgeen volop wordt beaamd door de voorzitter.
“Ik ken een verhaal van iemand die een dure vaas stevig in de autogordels had vastgezet, maar zijn eigen zoontje los in de auto liet zitten. Ik vind dat je met kinderen niet voorzichtig genoeg kunt zijn, want als er iets gebeurt dan vergeef je het jezelf nooit.”
Op dat moment komen er achter elkaar vier zeilschepen de jachthaven binnen gevaren. Kölker kijkt op zijn horloge: “Het is nu net 21.15 uur geweest; het tijdstip dat de spoorbrug van Gouda draait. Boten met staande masten kunnen hier dan pas weer morgen om 6.00 uur langs. Schippers kunnen ervoor kiezen om aan te meren in de Gouwe, maar dat is een drukke route. Vaak pakken ze dan liever dit jachthaventje mee, waar het centrum op loopafstand ligt. Zie je die man daar op de fiets? Hij is een van de medeoprichters én een van onze vele vrijwilligers. Hij gaat nu naar de opvarenden toe om hen welkom te heten. Daarvoor heeft hij een welkomstbrief in vier talen bij zich, met daarop onze reglementen en toeristische informatie. Die vertalingen zijn ook werk van onze vrijwilligers. We hebben een vaste kern van zo’n zestien leden die ingeroosterd is in een dagschema en ook onze ledenvergaderingen worden altijd goed bezocht. Aangezien ons clubhuis niet zo groot is, wijken wij hiervoor uit naar gebouw Concordia aan de A.P. van Neslaan. Onlangs is tijdens zo’n vergadering besloten om de contributie iets te verhogen, voor het eerst in dertien jaar. Maar nog steeds bieden wij hier betaalbare ligplaatsen voor leden en passanten, vooral als je het vergelijkt met commerciële instellingen. En kijk eens hoe mooi het hier is met de polder is zes tinten groen en bruin, en dan die sloten met waterlelies. Ja, je kunt gerust zeggen dat ik verliefd ben op deze haven. Je zit hier echt voor een paar euro’s op de eerste rij.”
Foto: Walter Planije
|
Op het water …..
Deel vijf van zes zomerverhalen
Gouds museumschip terug in thuishaven
GOUDA – Het eerste Nederlandse gemeentelijk varende monument, de boeieraak Vrede Best, is tot vreugde van het bestuur van de Goudse museumhaven weer terug in zijn thuishaven. Na overwinterd te hebben in Friesland ligt het sinds begin april weer aan ’t Buurtje bij de Mallegatsluis. Het dek van dit oudste ijzeren zeilschip van Nederland is gedeeltelijk afgeschermd met een zeil, maar de 14,75 meter hoge mast staat fier overeind. Niet alleen vanwege zijn opvallende nostalgisch rode kleur is het eigenlijk een beetje vreemde eend in de bijt; het is ook het enige schip van de museumvloot dat niet wordt bewoond. Om de kosten van de diverse restauraties te dekken, werd het museumstuk verhuurd aan groepen van maximaal acht personen. Inderdaad ‘werd’, want sinds juni van dit jaar staat het historische schip te koop omdat de exploitatie uiteindelijk niet rendabel is gebleken.
Voor meer informatie over de Vrede Best en zijn thuishaven zijn we te gast bij Wim van Boxmeer (66), die sinds de oprichting in 1990 bestuurslid is van de vierde museumhaven in Nederland. Tegen het decor van historische grachtenpanden, compleet met rood/witte luiken, vertelt hij hoe er aan het einde van de tachtiger jaren aandacht kwam voor de historie van Gouda en dan met name voor het ontstaan van deze stad aan de monding van de Gouwe in de Hollandsche IJssel. “In die tijd kwam het watertoerisme in opmars. En zo kwam men op het idee om een binnenhaven c.q. museumhaven aan te leggen, waar mensen konden zien welke vracht- en zeilende bedrijfsvaartuigen er op Gouda gevaren hadden. Voor het opnemen van schepen in het museum werd een aantal criteria gehanteerd: ten eerste moesten de schepen minstens 50 jaar oud zijn, ten tweede moesten ze op Gouda of de directe omgeving gevaren hebben en ten derde moest het schip nog in historische staat verkeren, óf de eigenaren moesten bereid zijn om het weer terug te restaureren in de oorspronkelijke staat. Dit gold overigens alleen voor de buitenkant, want doordat de meeste schepen bewoond zijn, zijn ze van binnen natuurlijk van alle gemakken voorzien. Bij de oprichting van de museumhaven hadden we aanlegplaatsen voor
twaalf schepen, maar in het midden van de jaren negentig is dit al uitgebreid naar zestien. En volgend jaar, bij ons 15-jarig bestaan, willen we er nog een paar ligplaatsen bij, zodat we uitkomen op twintig stuks. Wij willen namelijk nog een industrieel hoekje maken van schepen met zware motoren. Overigens omvat de museumhaven niet alleen deze ligplaatsen en schepen; bij de oprichting hebben we er direct een compleet plaatje van gemaakt met daarin het schipperswachtlokaal Het IJsselhuis en ’t Werfhuys. Het schipperswachtlokaal is een historisch pandje uit 1912, waar vroeger koffie werd gedronken en handel werd gedreven bij de overslag van goederen of als er voor de sluis gewacht moest worden. Nu is het een educatief centrum. Zo hangt er een fotopresentatie, liggen er diverse folders en worden er vergaderingen gehouden. In ’t Werfhuys wordt klein onderhoud verricht aan de schepen of deze worden er teruggerestaureerd. Een paar keer per jaar, zoals op de Havenstaddagen en de Open Monumentendag, worden er demonstraties gegeven van oude ambachten. We kunnen trouwens voor onze verzameling altijd nog wel oud handgereedschap gebruiken, dus als mensen dit ter beschikking willen stellen aan de museumhaven, dan kunnen ze contact met mij opnemen.” Van Boxmeer vervolgt zijn verhaal: “Op dit moment heeft het bestuur in onderzoek of het museum niet buitengaats een drijvende steiger kan aanleggen, voor grote schepen die wachten voor de Mallegatsluis. Daar zou dan bij een publieksevenement bijvoorbeeld een driemaster kunnen liggen. Zo had Gouda ooit een Statenjacht dat naar Den Haag voer. Wat zou het mooi zijn als we dat in vol ornaat terug zouden kunnen halen,” aldus het enthousiaste bestuurslid.
Maar eerst even terug in de tijd naar 5 juni 1991. Dit is volgens de papieren de dag dat de Vrede Best officieel ‘geadopteerd’ werd als het eerste varende Nederlandse monument ‘vanwege de historische waarde, de band met Gouda, de sociaal-economische waarde en de uniciteit’. Van Boxmeer vertelt verder: “Tegenwoordig zijn er veel varende monumenten, want er zijn meerdere museumhavens in Nederland. Dit schip is in 1883 gebouwd door de familie Goudriaan. Het heeft heel lang dienst gedaan in de vrachtvaart, maar op een gegeven moment was het er zo slecht aan toe, dat het nagenoeg lag weg te rotten. Toen heeft Jan Goudriaan, een nazaat van deze familie, het opgekocht en weer bevaarbaar gemaakt. Hij heeft het schip daarvoor grondig gerestaureerd. In 1988 heeft hij het ondergebracht in de speciaal opgerichte stichting Vrede Best, die de restauraties betaalt. In verschillende etappes is inmiddels bijna alles vernieuwd. Boven de deur van het schipperswachtlokaal is nog een onderdeel van het oude roer van de Vrede Best te zien. Dit was een aandenken van de vrijwilligers van de stichting, die het schip in 1998 hebben gerenoveerd.”
De Vrede Best ligt op dit moment ter hoogte van het bedrijf Uniqema, dat op zijn fabrieksterrein een voetpad langs de museumhaven heeft laten aanleggen, de loopbrug op de Mallegatsluis heeft geschonken en de restauratie van Het IJsselhuis mede mogelijk heeft gemaakt. “In de begintijd van de museumhaven lagen de schepen waar ze maar wilden, maar nu er elektra en water zijn aangelegd heeft iedereen een eigen ligplaats. Dat heeft als voordeel dat je plaats vrij blijft als je een tussendoor elders heen wilt varen. Zoals de Goede Verwachting, die net teruggekomen is van een reisje op het IJsselmeer. Dit was het eerste schip dat deel uit ging maken van onze museumhaven. Het is gebouwd in 1900 en ik weet dat de eigenaren Koos en Willy Persoon het helemaal hebben ontroest en het van binnen hebben afgetimmerd met hout van meer dan 100 jaar oud. Ik ken hen vanaf de oprichting van de museumhaven, dus bijna 15 jaar. Van dit schip en de andere schepen zijn de bijzonderheden, foto’s en de ligplaatsen terug te vinden op het informatiebord bij ’t Werfhuys. Zo staat er te lezen dat we hier schepen hebben van het type aak, klipper, klipperaak, boeieraak, steilsteven, luxe motor, beurtschip, tjalk en sleepboot. Op dit moment trekken die al bezoekers, maar voordat we de museumhaven echt gaan promoten, willen we eerst klaar zijn met de restauratie van de walkant aan De Bogen. Zoals je kunt zien wordt op dit moment de kade onder handengenomen en zijn ze bezig de oude stadsmuur weer op te bouwen. Veel mensen kennen Gouda alleen van de kazen, kaarsen en stroopwafels, maar wij willen het dan ook bekendheid gaan geven als Gouda….. Havenstad.”
Voor meer informatie over de museumhaven, of als u oud handgereedschap beschikbaar wilt stellen, dan kunt u contact opnemen met Wim van Boxmeer onder telefoonnummer 0182 – 525990 of e-mailen naar
w.van.boxmeer@zonnet.nl
Foto: Walter Planije
|
Op het water
Peddelen op de Vlist in een kano die niet omgaat
Het laatste deel van zes zomerverhalen
HAASTRECHT – Een uniek plekje in Nederland, dat is volgens kenners het draaipunt in De Vlist, waar vroeger een gemaal zat. Sinds 1985 is hier Kanocentrum Haastrecht gevestigd, waar vanuit mensen kunnen varen over één van de mooiste veenweide riviertjes van het land, dat kronkelt tussen Schoonhoven en Haastrecht. In het zomerseizoen, dat loopt van 1 mei tot half september, is het er altijd goed druk, zo ook op deze doordeweekse dag.
Eigenaar Aart Oskam (52) rijdt met een onderstel een gele kano uit de diepe container, die sinds de begintijd dienst doet als botenstalling. Het is nu de beurt aan een gezin met twee tienermeisjes om het water op te gaan. Nadat bij de meisjes de peddels aan hun lichaamslengte zijn afgemeten, wordt de boot naar de drijvende vlonder gereden. Het wordt spannend: “Wie zich het meest verantwoordelijk voelt voor de koers, mag achterin plaatsnemen,” is Oskams eerste instructie. Met drie stemmen tegen één wordt de heer in het gezelschap tot schipper benoemd. “Vreemd toch, zoals die altijd wordt aangewezen,” laat de gastheer zich ontvallen. Hij legt uit hoe je bij het instappen je handen moet neerzetten en je gewicht moet verdelen. Voor de twee zussen is er plaats op het smalle bankje, vader zit achter- en moeder voorin. Voor de tas is nog een plekje in de voorsteven. Het gezin is al voorzien van een routebeschrijving, met daarop wat leuke bezienswaardigheden van de omgeving. Oskam legt rustig nog wat vaarprincipes uit en besluit zijn verhaal met een charmante lach: “En als er een noodsituatie is, dan zet je je peddel recht in het water en dan ga je wenden. Ingewikkeld? Nee hoor, dit is alles!” Na wat heen en weer steken met de boot, vaart het gezin onder de provinciale weg door richting Schoonhoven. Vrijwel gelijk daarna melden zich twee ouders met twee jongere jongens. Deze laatsten hebben al pret met de drijvende vlonder – “Is dit een echt vlot? – en talen er niet naar om straks zelf te peddelen. Oskam vindt dat best; zelf houdt hij ongeveer twaalf jaar aan als grens om mee te helpen varen. Gezeten op een zwemvest krijgen de kinderen mee dat ze hun benen goed moeten vouwen. “Net zoals bij de indianen,” klinkt het enthousiast. “Alleen zaten die de hele reis op hun knieën,” weet de verhuurder te vertellen. Zodra dit gezin de korte uitleg heeft gehad, is de vrouw helemaal blij: “Wat een fantastische instructie was dat, want u legt alle verantwoordelijkheid bij mijn man!”
Wanneer ook deze boot onder de brug is verdwenen, is er even rust. De ondernemer maakt van de gelegenheid gebruik om zijn stoeltje te verplaatsen naar een schaduwplek aan de waterkant. Terwijl hij zicht houdt op terugkomende boten, vertelt hij: “We hebben hier drie types vaartuigen, namelijk de één- en tweepersoons kajak en de Canadese gezinskano’s, die je zojuist hebt gezien. Die laatste verhuren we het meest. In deze boot zitten de billen laag, waardoor ook het zwaartepunt laag is. Hierdoor kun je bijna niet omkieperen. Kanovaren wordt nogal eens geassocieerd met omslaan, maar dat is grote flauwekul. Ik durf te stellen dat een boot zelden onvrijwillig omgaat en gezinnetjes gaan al helemaal nooit om. Als je er namelijk niet op uit bent om de boot om te laten kieperen, dan gebeurt het ook niet. Wat dat betreft is een Canadees net een veerpont. We hebben hier al veel mensen gehad die op voorhand bang waren om te gaan varen, en die achteraf zo blij waren dat ze het toch hebben gedurfd, want er ging een wereld voor ze open. Zojuist was hier zelfs een man die niet kon zwemmen, en die heeft zich er ook overheen gezet. Het instappen is inderdaad even een techniek, maar als je die eenmaal door hebt is het zo simpel. Ik vind het alleen jammer dat de taakverdeling in een kano tamelijk rolbevestigend is: de vrouw voor- en de man achterin. Je doet eigenlijk jezelf tekort als je het niet allebei eens uitprobeert.”
Oskam vertelt hoe hij jaren geleden werkte in een zwembad in het midden van het land. “Ik vond het leuk om met recreanten en buiten te werken. Op een gegeven moment zat het fietsen, wandelen en kanovaren in de lift en leek het me een goed idee om daar een eigen bedrijf op te baseren. Ik heb toen onderzocht of De Vlist vlot bevaarbaar was voor met de hand voortbewogen boten en dat bleek zo te zijn. Het is me toen gelukt om deze grond te pachten van de provincie. Het enige nadeel was dat er niet gebouwd mocht worden, daarom heb ik hier drie containers laten plaatsen die dienst doen als stalling, kantoor, en kleedkamer met toilet en douche. Ik heb hier alleen geen gas aansluiting, maar wel licht, water en telefoon. Maar na zoveel jaar ben ik daar wel aan gewend. Inmiddels hebben we veel vaste klanten. Een aantal stamt zelfs vanuit de beginperiode, nu dus alweer negentien jaar geleden. Zoals twee dames uit Den Haag die hier twee keer per jaar komen. Zij hebben hier zelfs een ‘eigen’ boot. Als mensen met dit weer pas ’s morgens besluiten om te gaan varen, dan ben ik vaak al uitverkocht. Daarom raad ik particulieren aan om telefonisch te reserveren, waarna een boot van tien tot twaalf uur ’s morgens klaarligt. Als om twaalf uur de boot nog niet is opgehaald, dan vervalt automatisch de reservering, zonder kosten. Dit houdt ons kanocentrum laagdrempelig. Groepen moeten overigens altijd even reserveren.” Oskam, een geboren en getogen Haastrechtenaar die zelf met de kano naar zijn werk gaat, vertelt hoe hij en zijn toenmalige zakenpartner in 1985 zijn begonnen met een ‘botenpark’ van 27 zitplaatsen. “Een jaar later waren dat al 72 zitplaatsen, maar daarna zijn we niet meer gegroeid. Op topdagen krijgen we hier honderden mensen, waarvan we een gedeelte dus moeten wegsturen. Groter worden heeft als nadeel dat het zo massaal wordt en dat wil ik niet. Wel hebben we een tijdlang een tweede kanocentrum in Lekkerkerk gehad, maar dat is tien jaar geleden verkocht. Sinds 1988 run ik dit centrum in Haastrecht alleen, met behulp van een aantal oproepkrachten. En daar zitten twee heel goede rechterhanden bij.”
Hij vertelt hoe hij en zijn toenmalige zakenpartner destijds samen de éénpersoons kajaks en de Canadese boten hebben gebouwd: “We hebben niet veel tweepersoons kajaks in het assortiment, zodat zelf bouwen niet rendabel zou zijn, maar voor die andere twee types is het prettig dat we ze helemaal naar onze eigen wens hebben kunnen maken. Zo hebben we hier de rand wat breder gemaakt, waardoor je na lang varen geen
rugpijn meer krijgt. We verhuren de boten alle dagen van de week van 10.00 tot 17.00 uur, of voor een middagdeel van 13.00 tot 17.00 uur. Voor een middagdeel is het niet mogelijk om te reserveren en na 14.00 uur kan er niet meer gestart worden. Je zou dan namelijk tot sluitingstijd niet ver meer komen. Langs De Vlist is veel lintbebouwing; je ziet er onder andere mooie, oude boerderijen. Veel hebben nog een fruitboomgaard, die vaak de trots is van de boer. Over een paar weken is het vaarseizoen voorbij en dan ga ik me weer bezighouden met mijn andere passie: het snoeien van fruitbomen in de regio. En zoals veel mensen weten luistert dat erg nauw, want fruitbomen zijn een soort apart.” Maar ook in zijn werk in de botenbranche is Oskam begaan met de natuur: “Wij raden onze gasten aan om hun afval liever in de boot achter te laten, dan het in het water te gooien. Wij hebben hier namelijk een zelfontworpen schoonmaakinstallatie die de boten na een behandeling met de hogedrukspuit vacuüm trekt. Al het afval wordt zo afgezogen, verzameld en zo mogelijk gecomposteerd. We zijn erg trots op deze vinding.”
Inmiddels is een gezin met drie meiden weer aangemeerd. Door het lange stilzitten hebben ze zowaar zeebenen gekregen. Zoals een goed gastheer betaamt informeert Oskam nog even of de dames het leuk hebben gevonden. “Ja? Tot morgen dan!”
Meer informatie over Kanocentrum Haastrecht is te verkrijgen via tel. 0182-502245, website www.kanocentrum-haastrecht.nl of e-mail adres
A.C.Oskam@kanocentrum-haastrecht.nl
Foto: Walter Planije
|